photo size: 6.40 x 9.40
Het bombardement op Oostende, 25 mei 1940
Schip WandelaarOostende is een
stad in de
Belgische provincie
West-Vlaanderen, die ongeveer centraal langs de
Belgische kust ligt. De stad is een belangrijk toeristisch en economisch centrum, telt ruim 70.000 inwoners (2014), beschikt over een zee- en luchthaven en is het centrum van het
gelijknamige arrondissement.
De twee wereldoorlogen luidden het einde in van Oostende als belle époquestad. De Duitsers plaatsten afweergeschutbatterijen langs het Fort Napoleon en in de duinen langs het duinenkerkje
Onze-Lieve-Vrouw ter Duinenkerk, waarvan de toren half verwoest werd. In de
Eerste Wereldoorlog was Oostende een basis voor Duitse
duikboten vanuit Brugge. De Britten probeerden Oostende tweemaal te blokkeren met een blokkade, de
eerste op 23 april 1918 en de
tweede op 9 mei 1918. De promenade werd zo goed als volledig verwoest in 1940-45 door de bommenregen van de Geallieerden op de
Atlantikwall, de haven en de spoorwegen.
Ostend (
Dutch:
Oostende [oːstˈɛndə]; French:
Ostende [ɔstɑ̃d]; German:
Ostende [ʔɔstˈʔɛndə])
[2] is a
Belgian city and
municipality located in the
Flemish province of
West Flanders. It comprises the boroughs of
Mariakerke,
Raversijde, Stene and Zandvoorde, and the city of Ostend proper – the largest on the Belgian coast.
World War II involved a second occupation of the town by Germany within a period of little more than twenty years; an occupation which it shared this time with most of northern Europe. Both conflicts brought significant destruction to Ostend. In addition other opulent buildings which had survived the wars were later replaced with structures in the modernist architecture style.
Ostende (en
néerlandais Oostende) est une
ville de
Belgique située en
Région flamande dans la
province de Flandre-Occidentale. C’est une ville
portuaire et cosmopolite de la
côte belge (
mer du Nord). Elle est surnommée la « reine des plages » ou encore la « ville la plus britannique » par les
Anglais.
World War II (WWII or WW2), also known as the
Second World War, was a
global war that lasted from 1939 to 1945, though related conflicts began earlier. It involved
the vast majority of the world´s nations—including all of the
great powers—eventually forming two opposing
military alliances: the
Allies and the
Axis. It was the most widespread
war in history, and directly involved more than 100 million people from over 30 countries. In a state of "
total war", the major participants threw their entire economic, industrial, and scientific capabilities behind the
war effort, erasing the distinction between
civilian and
military resources. Marked by mass deaths of civilians, including the
Holocaust (in which approximately 11 million people were killed)
[1][2] and the
strategic bombing of industrial and population centres (in which approximately one million were killed, and which included the
atomic bombings of Hiroshima and Nagasaki),
[3] it resulted in an estimated
50 million to 85 million fatalities. These made World War II the
deadliest conflict in
human history.
[4]The Empire of Japan aimed to dominate Asia and the Pacific and was already at war with the Republic of China in 1937,[5] but the world war is generally said to have begun on 1 September 1939[6] with the invasion of Poland by Germany and subsequent declarations of war on Germany by France and the United Kingdom. From late 1939 to early 1941, in a series of campaigns and treaties, Germany conquered or controlled much of continental Europe, and formed the Axis alliance with Italy and Japan. Based on the Molotov–Ribbentrop Pact of August 1939, Germany and the Soviet Union partitioned and annexed territories of their European neighbours, Poland, Finland, Romania and the Baltic states. For a year starting in late June 1940, the United Kingdom and the British Commonwealth were the only Allied forces continuing the fight against the European Axis powers, with campaigns in North Africa and the Horn of Africa, the aerial Battle of Britain and the Blitz bombing campaign, as well as the long-running Battle of the Atlantic. In June 1941, the European Axis powers launched an invasion of the Soviet Union, opening the largest land theatre of war in history, which trapped the major part of the Axis´ military forces into a war of attrition. In December 1941, Japan attacked the United States and European territories in the Pacific Ocean, and quickly conquered much of the Western Pacific.
The Axis advance halted in 1942 when Japan lost the critical Battle of Midway, near Hawaii, and Germany was defeated in North Africa and then, decisively, at Stalingrad in the Soviet Union. In 1943, with a series of German defeats on the Eastern Front, the Allied invasion of Italy which brought about Italian surrender, and Allied victories in the Pacific, the Axis lost the initiative and undertook strategic retreat on all fronts. In 1944, the Western Allies invaded German-occupied France, while the Soviet Union regained all of its territorial losses and invaded Germany and its allies. During 1944 and 1945 the Japanese suffered major reverses in mainland Asia in South Central China and Burma, while the Allies crippled the Japanese Navy and captured key Western Pacific islands.
The war in Europe ended with an invasion of Germany by the Western Allies and the Soviet Union culminating in the capture of Berlin by Soviet and Polish troops and the subsequent German unconditional surrender on 8 May 1945. Following the Potsdam Declaration by the Allies on 26 July 1945 and the refusal of Japan to surrender under its terms, the United States dropped atomic bombs on the Japanese cities of Hiroshima and Nagasaki on 6 August and 9 August respectively. With an invasion of the Japanese archipelago imminent, the possibility of additional atomic bombings, and the Soviet Union´s declaration of war on Japan and invasion of Manchuria, Japan surrendered on 15 August 1945. Thus ended the war in Asia, cementing the total victory of the Allies.
World War II altered the political alignment and social structure of the world. The United Nations (UN) was established to foster international co-operation and prevent future conflicts. The victorious great powers—the United States, the Soviet Union, China, the United Kingdom, and France—became the permanent members of the United Nations Security Council.[7] The Soviet Union and the United States emerged as rival superpowers, setting the stage for the Cold War, which lasted for the next 46 years. Meanwhile, the influence of European great powers waned, while the decolonisation of Asia and Africa began. Most countries whose industries had been damaged moved towards economic recovery. Political integration, especially in Europe, emerged as an effort to end pre-war enmities and to create a common identity.[8]
De Tweede Wereldoorlog was de samensmelting van een aantal aanvankelijk afzonderlijke militaire conflicten die van 1939 tot 1945 op wereldschaal werden uitgevochten tussen twee allianties: de asmogendheden en de geallieerden.
In Europa vielen de Duitse troepen op 1 september 1939 Polen binnen. Dit leidde op 3 september 1939 tot een oorlogsverklaring aan Duitsland door het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. De meest dramatische uitbreiding van het conflict vond plaats op 22 juni 1941 met de Duitse aanval op de Sovjet-Unie. Desondanks kon de oorlog op dat moment nog steeds worden gezien als een Europese oorlog, los van de Japanse expansie in Oost-Azië. Dit veranderde toen op 7 december 1941 Japan de United States Pacific Fleet bij Pearl Harbor bombardeerde en de Verenigde Staten prompt aan Japan de oorlog verklaarden. Hitler verklaarde vier dagen later de Verenigde Staten de oorlog, formeel omdat Duitsland en Japan in 1936 het Anti-Kominternpact hadden gesloten, feitelijk omdat de VS reeds lang materiële steun gaf aan de Britten. In maart 1941 was die steun geformaliseerd in de Leen- en Pachtwet. Er ontwikkelde zich een samenwerking tussen de Sovjet-Unie enerzijds en de Britten en Amerikanen anderzijds, die gekenmerkt werd door veel wederzijdse onwennigheid en wantrouwen, waarop door de Duitsers werd ingespeeld.[1]
De oorlog kenmerkte zich door een tot op dat moment ongekende bruutheid. In vorige oorlogen was over het algemeen een principieel onderscheid gemaakt tussen burgers en militairen, waarbij de burgers zo veel mogelijk ontzien werden of in ieder geval geen primair doel vormden. Dit principe werd in de Tweede Wereldoorlog op grote schaal verlaten; alle partijen beschouwden elkaars burgers als valide doelen, met het argument dat ook de burgers bijdroegen aan het oorlogvoerend vermogen van de vijand. De Tweede Wereldoorlog is daarmee tot op heden het meest sprekende voorbeeld van een totale oorlog. Daarnaast waren zowel nazi-Duitsland als de Sovjet-Unie dictatoriale regimes, die ook delen van hun eigen bevolking wreed onderdrukten. Ook de oorlog tussen militairen was uitgesproken hard, vooral aan het oostfront. De internationale "spelregels" voor de oorlogvoering (vastgelegd in de Conventie van Genève) werden systematisch en op grote schaal overtreden, met name met betrekking tot de behandeling van krijgsgevangenen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vielen tussen de 50 en 70 miljoen doden. Ongeveer twee derde van alle slachtoffers was burger, waarvan naar schatting meer dan elf miljoen minderheden stelselmatig werden vervolgd en vermoord. Het was de eerste en tot op heden enige oorlog waarin kernwapens werden ingezet.
La Seconde Guerre mondiale, ou Deuxième Guerre mondiale3, est un conflit armé à l´échelle planétaire qui dura du 1er septembre 1939 au 2 septembre 1945. Ce conflit planétaire opposa schématiquement deux camps : les Alliés et l’Axe.
Provoquée par le règlement insatisfaisant de la Première Guerre mondiale et par les ambitions expansionnistes et hégémoniques des trois principales nations de l’Axe (Allemagne nazie, Italie fasciste et Empire du Japon), elle consista en la convergence, à partir du 3 septembre 1939, d’un ensemble de conflits régionaux respectivement amorcés le 18 juillet 1936 en Espagne (la guerre d´Espagne), le 7 juillet 1937 en Chine (la guerre sino-japonaise), et le 1er septembre 1939 en Pologne (campagne de Pologne), puis par l´entrée en guerre officielle de l´ensemble des grandes puissances de l´époque : France, Royaume-Uni et leurs empires dès le 3 septembre 1939, l´URSS qui intègre le camp allié à partir de l´invasion allemande de juin 1941, et les États-Unis le 7 décembre 1941 dans un conflit impliquant la majorité des nations du monde sur la quasi-totalité des continents. La Seconde Guerre mondiale prit fin sur le théâtre d´opérations européen le 8 mai 1945 par la capitulation sans condition du IIIe Reich, puis s’acheva définitivement sur le théâtre d´opérations Asie-Pacifique le 2 septembre 1945 par la capitulation sans condition de l´Empire du Japon, dernière nation de l’Axe à connaître la défaite.
La Seconde Guerre mondiale constitue le conflit armé le plus vaste que l’humanité ait connu, mobilisant plus de 100 millions de combattants de 61 nations, déployant les hostilités sur quelque 22 millions de km²4, et tuant environ 62 millions de personnes, dont une majorité de civils. N’opposant pas seulement des nations, la Seconde Guerre mondiale fut aussi la plus grande guerre idéologique de l’Histoire, ce qui explique que les forces de collaboration en Europe et en Asie occupées aient pu être solidaires de pays envahisseurs ou ennemis, ou qu’une résistance ait pu exister jusqu’en plein cœur de l’Allemagne nazie en guerre. Guerre totale, elle gomma presque totalement la séparation entre espaces civil et militaire et vit, dans les deux camps, la mobilisation poussée non seulement des ressources matérielles – économiques, humaines et scientifiques – mais aussi morales et politiques, dans un engagement des sociétés tout entières.
La somme des dégâts matériels n’a jamais pu être chiffrée de façon sûre, mais il est certain qu’elle dépasse les destructions cumulées de l’ensemble des conflits connus par le genre humain depuis son apparition. Le traumatisme moral ne fut pas moins considérable, la violence ayant pris des proportions inédites. Elle connut de multiples crimes de guerre, qui ne furent l´apanage d´aucun camp, crimes s´insérant dans une violence militaire et policière d´une intensité et d´une profondeur inégalées. Elle vit également l´émergence à une échelle inconnue jusqu´alors de crimes de masse particulièrement atroces et pour certains sans précédents, tout particulièrement à l´instigation de l´Allemagne nazie et du Japon impérial. Parmi ces crimes figurent la déportation en camps de concentration, camps de travail et camps d´extermination, comportant des chambres à gaz à des fins d’extermination de populations entières (Juifs, Slaves, Tziganes), ou de catégories particulières d’individus (homosexuels, handicapés, etc.) commandées par le régime nazi : l´ampleur des crimes suscita la définition des crimes contre l´humanité et crime de guerre, ainsi que les premiers procès pour génocide. Le régime Shōwa ne fut nullement en reste en Asie avec, à son actif, 10 millions de civils chinois enrôlés de force par la Kōa-in au Mandchoukouo, environ 200 000 « femmes de réconfort » enrôlées en Corée et dans tout l’Extrême-Orient, ainsi que l’annihilation systématique de populations civiles, principalement en Chine et notamment lors du massacre de Nankin. Il faut ajouter les meurtres systématiques de résistants et d´opposants politiques, ainsi que les représailles contre les civils, par les nazis ; les expérimentations sur des êtres humains auxquelles se livrèrent des médecins nazis, tels le SS Josef Mengele et l’unité japonaise 731 ; les bombardements aériens massifs de civils d’abord par l’Axe en Europe (Coventry en Angleterre, Rotterdam aux Pays-Bas) et en Asie (Shanghai, Guangzhou, Chongqing, cette dernière étant la ville la plus bombardée du conflit sino-japonais), puis par les Alliés : Dresde et Hambourg en Allemagne, Tokyo avec du napalm au Japon. Pour la première fois, la bombe atomique fut utilisée contre un pays : deux bombes A larguées sur des cibles civiles par les États-Unis ont explosé à trois jours d’intervalle, à Hiroshima et à Nagasaki, au Japon.
La Seconde Guerre mondiale propulse les États-Unis et l’URSS, principaux vainqueurs, au rang de superpuissances concurrentes appelées à dominer le monde en même temps que de connaître une vive rivalité idéologique et politique, pour près de 45 ans par la suite. Elle scelle le déclin des puissances impériales d’Europe et ouvre le processus de décolonisation qui s’accélère après-guerre en Asie, dans le monde arabe et en Afrique, jusqu´aux années 1960. L´ampleur des destructions et des morts suscite la création d´instances internationales, politiques et économiques, visant à éviter la réapparition des conditions ayant mené à la guerre (Organisation des Nations unies et Fonds monétaire international pour les plus connues). Enfin, ce dernier conflit d´ampleur sur le continent européen marque par sa fin le début en Europe de l´Ouest d’une période de prospérité sans précédent, dans la foulée de la reconstruction, et l´émergence progressive d´un projet d´unification politique pacifique.
