#20718 [Boek] Historie van het leven en sterven van Heer Johan van Oldenbarnevelt, ridder, Heere van den Tempel, Berckel, Rodenrijs. Gewesen advokaat van Hollandt, &c. / waerachtelijck beschreven door een liefhebber der waarheydt [= Cornelis Bosch?]. - Den tweeden druck, vermeerderd met het gene in den eersten druck was uytgelaeten, en andere noodige dingen. - Op Loevesteyn [= Rotterdam?] : Voor Lieven van Vrijheyd [= Joannes Naeranus?], 1658. - [16], 366 [= 368!], 142, [2] p. : ill. ; 23 cm. - Leer
Sig. *-2*4 A-3S4
Leren band met duidelijke gebruikssporen; krassen, gestoten hoeken, beschadigingen ...; bovenaan de rug ingescheurd langs het voorplat; schutbladen gebruind, gekreukt; hs. herkomst op blanco schutblad vooraan; eerste katernen met een duidelijke oude vochtvlek onderaan, langs de binnenmarge, ook tot in de plaat; daarna neemt de vlek af; enkele andere katernen met een oude vochtvlek bovenaan; een aantal katernen met een (sterk) gebruinde, stoffige rand bovenaan in de marge; enkele katernen behoorlijk vlekkig; de meeste katernen zijn echter best goed, normaal gebruind, wat meer in de rand of sterker in de zetspiegel, en met verspreide, sporadische vlekken of vegen; enkele gebruikssporen als kreuken, of (zachte) plooien; een paar bladen met een scheur in de marge, of met een hap(je) uit de marge (grotere hap uit pp. 197-198, maar zonder tekstverlies).
Er zijn verschillende mispagineringen, maar die worden telkens hersteld bij de volgende pagina, behalve pp. 335-336 van het hoofddeel, die twee maal voorkomen en niet worden gecorrigeerd (fol. 2T4 en 2V1); het aantal pagina’s van het hoofddeel, de eigenlijke Historie, bedraagt dus 368 en geen 366.
Opbouw van het werk
Fol. *1a : [titelblad]
Fol. *1b : [blanco]
Fol. *2a : Aan de eerentseste, achtbare, wijse, seer voorsienige Heeren, mijne Heeren: de Burgemeesteren en Regeerders der Stad Rotterdam
Fol. *3a : [uit de tekst:] “Dese historie, is al over eenighe jaren geschreven. Ick houde dat die gesteldt is door dien kloecken rechtsgeleerden Mr. Cornelis Bosch, dese my ter handt gekomen zijnde, konde niet nalaten de selve uyt te geven ...” [hieruit valt op te maken dat Cornelis Bosch (grotendeels?) het levensverhaal van van Oldenbarnevelt heeft geschreven, een (hele?) tijd voor de eerste druk van 1648]
Fol. *3b : [uit de tekst:] “Maer seer Eerweerdige Achtbare Heeren, wat vreemder, wat duysterder nevel bedwelmde my de oogen, als ick verstond, dat uwe E: Achtb: qualijck geinformeert zijnde, hadden dit werck soeken te verduysteren ende te onderdrucken? ick en konde niet gelooven dat die lucht quam uyt dat vrije gesegende en welvarende Rotterdam, daar ick meende niet alleen vryheydt, maer danck en lof toe te hebben, soo een geoorloft, heylsaem en noodig werck te laten drucken. Duysent perssen stonden voor my open (...) Dit werck, seg ick, derf uwen Officier een Fameus Libel! een Seditieus Pasquil noemen! ende heeft het niet alleen uyt des druckers huys gehaelt, maer eenige jaren houden leggen, sonder oyt het selve te willen weder geven ...” [zie literatuur hierboven vermeld voor meer informatie]
Fol. *4b : [uit de tekst:] “... en noch meer andere tractaten, die immers soo veel en scherper van dese saek spreken, als dese Historie, die zijn getollereert, en werden niet verboden noch opgehaelt. ’t Is waer dat de Aenmerckingen op de Sententie wat scherp is; maer na waerheyt, ende oock niet scherper als de voorverhaelde schriften en spreucken. Ende om de waerheyt te seggen, Mijne Heeren, had soo een laffe en onredelijcke Sententie niet wel een goede schuuringe van doen? doch ’t meeste van de selve Aenmerckingen is een verdediginge van de Rechten en Privilegien van ons lieve Vaderlant ...”
Fol. 2*1a : [werd ondertekend:] H.V.D. [dus anders dan in de eerste druk; volgens de tekst zou ene H.V.D., de ick-figuur, dus de uitgever zijn, maar ook dit kan een fictieve naam zijn, net als de plaats van drukken en de naam van de drukker op de titelpagina]
Fol. 2*1b : Praalbeeld voor den Vader des Vaderlands, den recht’ en oprechten voorstander der Hollandsche vryheyd [op rijm, niet ondertekend]
Fol. 2*3a : Op het stokje van Johan van Oldenbarneveldt, Vader des Vaderlands [J. v. Vondel; op rijm]
Fol. 2*3b : Geschreven by J. v. Vondel, in het Stam-boek van Petrus Scriverius [ondertekend P.V.K.; op rijm]
Fol. 2*4a : Op ’t beeld van den Heere van Oldenbarnevelt [op rijm; niet ondertekend]
Fol. 2*4b : [gravure, portret] Ioannes. ab. Oldenbarnevelt. Eques. d. Berkeliae. Roderisae &c. advoc. et. custos. magni. sigilli. et. archivor Holl. et. Wester. &c. [I. Mirevelt. pinxit. (linksonder); gravure naar een schilderij van Michiel Jansz. van Mierevelt, gemaakt rond 1617; de graveur is onbekend (niet getekend); bovenaan links “Aetatis. 70.” en rechts “A°. 1617”, een portret van 1617 dus, waarop de Heer van Oldenbarnevelt zeventig jaar was]
Fol. A1a : Historie van de geboorte, ’t geslachte, leven, handel en wandel, van Heere Johan van Olden-Barnevelt ...
Fol. 2V2b : Volgen eenige getuygenissen van verscheyden treffelijcke mannen, soo in Italien, Vranckrijck, als Hispaignen, daer uyt men sien kan in wat voor achting en renonmé sijn Edelheyt daer geweest is, ende hoe sijn name over de gansche Christenheyt geklonken heeft [hier verandert de lopende titel ook van “’t Leven en sterven van / Johan van Olden-Barnevelt.” naar “Getuygenissen, / uyt verscheyden Autheuren.”]
Fol. 2Z4b : [de getuigenissen eindigen met volgende tekst:] “Siet hier hoedanich het leven ende het eynde van Barnevelt geweest is; gehouden in sijn tijdt voor een van de grootste geesten van gansch Europa. Wy souden noch meer getuygenissen konnen bybrengen, dan ’t sal voor desen tijdt genoeg zijn. Wy sullen dit werck besluyten met eenige Aenmerckingen op sijn Sententie.” [de bladwachter op fol. 2Z4b is “Aenmerc-” maar fol. 3A1a begint met “Eenige”; het is hoogstwaarschijnlijk zo dat voor het eerste deel, zijnde de feitelijke biografie, of Historie, het zetsel van de eerste druk werd gebruikt of gevolgd, met inbegrip van die - nu foute - bladwachter; de biografie zal dezelfde zijn als in de eerste druk, maar hetgeen volgt, zijnde de “Aenmerckingen” zijn anders, en vooral ook uitgebreider, dan in de eerste druk (het is hier dat de inval bij de drukkerij gebeurde); in de tweede druk, het nieuwe zetsel, de bijgewerkte tekst, begon 3A1a niet meer met “Aenmerc-” maar met “Eenige”, vandaar het verschil bladwachter - eerste woord]
Fol. 3A1a : Eenige opmerckingen, memorien, notitien, ende consideratien, tegens den inhoudt van de pretense, ende gansch ongefondeerde, Sententie, op den 13 May 1619. tegens den Heere Iohan van Olden-Barnevelt (...) gepronuncieert, ende ten selven dage, op ’t Hof aldaer (helaes) met den Sweerde geexecuteert. Welcke voorsz. opmerckingen, &c. oock eenigsins sullen konnen dienen tot verdediginge van de innocentie, van de andere goede Heeren gevangene, ende gebannen ... [vanaf de volgende bladzijde verandert de lopende titel van “Getuygenissen, / uyt verscheyden Autheuren.” tekst die op fol. 3Z4b op een regel op één blad staat, in “Aenmerckinge op de Sententie, van / Johan van Olden-Barnevelt.”]
Fol. 3L3b : [de “opmerckingen” etc. eindigen met volgende woorden:] “Alsoo nu genoeg, ja overvloedig bewesen is, dat de Heer Johan van Olden-Barnevelt, wreedelijk, onschuldig, en tegen alle wetten, rechten en billickheyt is ter doodt gebracht, soo sullen wy nu hier achter aen voegen eenige Getuygenissen van verscheyden schrijvers in Hollant, welckers boecken, onverhindert, en sonder eenige tegenspraeck vrijelijck, over al werden gedruckt en verkocht [in tegenstelling tot dit werk dus!] [verkorte, volledige lopende titel op één blad]
Fol. 3L4a : Getuygenissen van verscheyden schrijvers, in Hollant [vanaf de volgende bladzijde verandert de lopende titel van “Aenmerckinge op de Sententie, van / Johan van Olden-Barnevelt.” in “Getuygenissen van verscheyden / Schrijvers, Hollandt.”] [ook een Liedeken, etc.]
Fol. 3S3b : [de Getuygenissen van verscheyden schrijvers, in Hollant, eindigen met een anagram]
Fol. 3S4a : Nareden des uytgevers aan de Hollanders [niet getekend; dit werk, wordt gesteld, is “op verre na zoo scharp niet” als de aangehaalde werken ... etc.]
Fol. 3S4b : Eynde.
Hieraan toegevoegd:
#20719 [Boek] Verbael gehouden door de heeren H. van Beverningk, W. Nieupoort, J. van de Perre, en A.P. Jongestal, als Gedeputeerden en Extraordinaris Ambassadeurs van de Heeren Staeten Generael der Vereenigde Nederlanden, aen de Republyck van Engelandt. Waer in omstandighlyck gevonden werdt de Vredehandelinge met gemelde Republyck onder het Protectoraet van Cromwel, en alle het gepasseerde omtrent de berughte Acte van Seclusie des Prince van Oranje by Cromwel gepretendeert. Vervattende ook de tydt en saecken die aen de brieven van de Raedt-Pensionaris J. de Witt en verdere Ministers, omtrent de Engelsche negociatie, ontbreecken. - In ’s Gravenhage : by Hendrick Scheurleer, 1725. - XX, 716 [= 720!] p. ; 25 cm. - Gebonden
Sig. *-2*4 3*2 A-4I4 4K3 4L-4N4 4O3 4P-4S4 4T3 4V-4X4 4Y3
Band met duidelijke gebruikssporen, bevuild; achteraan spoor van slot, of waar een touw of dergelijk zat vastgemaakt om het boek dicht te binden; band staat “open”; hs. aantekening op blanco schutblad vooraan; binnenwerk volledig en leesbaar, maar sterk tot zeer sterk gebruind (zeker in de zetspiegel), én vlekkig; een blad met een brandgat; hier of daar een kleine restauratie of versteviging, zoals in de ondermarge van fol. 2R1b.
Zoals in andere exemplaren (vergeleken met de online exemplaren van onder meer de Princeton University en van de Universiteit Gent), ontbreken de (blanco) bladen 4K4, 4O4, 4T4 en 4Y4. De paginering loopt normaal door, dus geen hiaten in de paginering, noch in de tekst; custoden stemmen ook overeen. 4Y4 is het laatste blad van het laatste katern (dus na het einde, zie ook hieronder).
Mispagineringen die niet werden hersteld (vandaar de correctie in de beschrijving bij de paginering): er wordt twee maal pp. 415-416 gebruikt (nl. voor fol. 3F4 en 3G1) en twee maal pp. 517-518 (nl. voor fol. 3T4 en 3V1), waardoor er dus 720 p. zijn, en geen 716 (na XX p. voorwerk).
Andere mispagineringen (die voorkomen) zijn zonder gevolg (de paginering wordt correct hernomen op het volgende blad).
Opbouw van het werk
Fol. *1a : [titelblad in rood en zwart, met vignet]
Fol. *1b : [blanco]
Fol. *2a : Voorreden
Fol. A1a : Verbael van de Deputatie nae Engelandt, behelsende alle de considerabelste pointen ende saeken, die wy ondergeschreven, als Gedeputeerden van de Heeren Staeten Generael der Vereenighde Neederlanden, met de Republyck van Engelandt, in conformité van derselver resolutien ende naedere instructien; sedert den 27. Juny 1653. tot den 14. Augusty 1654., geduerende ons verblyf aldaer, gesaementlyck ende in ’t bysonder verhandelt hebben.
Fol. L4a : Verbael ut supra gecontinueert sedert den 14. Augusty 1653. nae het vertrek van de Heeren van Nieupoort ende Jongestall, by de ondergeschreve Gedeputeerden van haer Hoogh Mogende die omtrent de Regeringe van Engelandt syn blyven resideren, tot den 4. van November incluys, dat de bovengemelde twee Heeren wederom uyt Hollandt alhier gearriveert syn.
Fol. X3a : Verbael van alle de considerabelste pointen ende saeken die de ondergeschreven Gedeputeerden van haer Hoogh Mogende aen het Parlement van de Republycque van Engelandt in conformiteyt van derselver naeder resolutie van den 21. October 1653. nae de wederkomste van de Heeren van Nieupoort ende Jongestal, by continuatie van de voorige onderhandelinge getracteert hebben : Tot den 16. van January 1654., dat sy gesaementlyk nae huys vertrocken syn.
Fol. 2O3a : Continuatie ut supra sedert den vierden February 1654. dat de Heer van Beverningh tot Londen is gearriveert, tot den tienden Maert incluys, dat de Heeren van Nieupoort ende Jongestal tot Gravesende arriveerden.
Fol. 2Q4b : Continuatie verbael ut supra sedert den tienden Maert 1654. dat de Heeren van Nieupoort ende Jongestal tot Gravesende aengekomen synde, van den Heer van Beveringh aldaer bejegent syn, ende in qualiteyt van haer Ho. Mog. Extraordinaris Ambassadeurs aen syne Hoogheyt den Heer Protector van de Republyck van Engelandt, Schotlandt, ende Yerlandt, gesaementlyck hebben begonnen te ageren, tot den 23. October, dat de Heer Jongestal nae ’t Vaederlandt vertrocken is.
Fol. 4K4 : [manco, zie opmerking hierboven]
Fol. 4L1a : Continuatie verbael ut supra sedert den 23. October 1654. dat de Heer Jongestall van London nae Hollandt vertrocken synde, de vordere negociatie in handen van de ondergeschreven haer Ho. Mog. Extraordinaris Ambassadeurs aen syne Hoogheyt den Heer Protector van de Republyck van Engelandt, Schotlandt, ende Yerlandt, gebleven is, tot den 5. December des voorsz. jaers.
Fol. 4O4 : [manco, zie opmerking hierboven]
Fol. 4T4 : [manco, zie opmerking hierboven]
Fol. 4V3b : Continuatie verbael ut supra sedert den 5. December 1654., dat de Heer van Beveringh nae den Haegh is vertrocken.
Fol. 4Y3b : Eynde. [laatste stuk is gedateerd 25. December 1654.]
Fol. 4Y4 : [manco, zie opmerking hierboven]
Voir plus